De sculptuur »Smoking Shelter« (nl. schuilhut voor rokers) staat op een idyllisch gelegen stukje land aan de zuidkant van het kuurpark van Bad Bentheim aan de rand van de vijver. Voor zich uit heeft men een prachtig gezicht op het parkplantsoen en achter zich het oorspronkelijke Bentheimer Wald. Het fietspad van de »Grafschafter Fietsentour« komt er langs en een leerpad over het bos. Witte houten bruggetjes accentueren het net van paden en leiden voetgangers en fietsers over de waterlopen naar een minigolfbaan of het bos in.
In parken en tuinen geven paviljoens altijd markante punten aan. In de rozentuin bijvoorbeeld, als middelpunt van een doolhof of op een verhoging bieden ze beschutting, nodigen ze uit om er even te blijven, van het ontspannende uitzicht of een sigaret te genieten. De luchtige matzwarte »Smoking Shelter« van Eva Grubinger werd enigszins afgelegen bij het water neergezet om een schilderachtig effect te bereiken. De modernistisch aandoende kubus is via de weg daarlangs toegankelijk. De vloer bestaat uit een rooster met lichtmetalen vakverdeling. Het dak wordt door smalle stalen strips gedragen en biedt bescherming tegen zon en regen. Er waait altijd een briesje frisse boslucht door het vensterloze paviljoen. Op ooghoogte loopt een brede, zwart metalen band zodat van buitenaf moeilijk te zien is wie zich in de »Smoking Shelter« ophoudt. Van binnenuit is op overeenkomstige wijze het zicht naar buiten beperkt. De wetgeving inzake de bescherming van niet-rokers, die in 2007 van kracht is geworden, leidt tot steeds strengere beperkingen van de individuele vrijheid. Roken is in het kuurpark Bad Bentheim weliswaar ook niet toegestaan, maar wordt geduld in een met bordjes aangegeven uitzonderingsgebied midden in het groen. Dergelijke waarschuwingsborden zijn een bijdrage tot gedisciplineerd gedrag. Subtiel worden onze beslissingen in het dagelijkse leven stap voor stap gestuurd door gebouwen, verkeerstekens of wegwijzers. Aan de andere kant kunnen wensen en verlangens juist door regelgeving worden opgewekt.
Eva Grubingers kunst maakt gebruik van een fijnzinnige wisselwerking tussen verleiding en controle. Zo wordt de kijker hier in het kuurpark gebruiker zodra hij of zij het paviljoen binnenkomt. Vaak wordt er speels gedrag vertoond. Men bukt zich om onder de zwarte band door te kunnen kijken en dan al is het simpele genot van een sigaret of van het belemmerde uitzicht op het landschap overgegaan in een ongewone lichaamsbeweging. Het paviljoen wordt op die manier een klein schouwtoneel dat tegelijk voor het voetlicht brengt en verbergt. De peuken kan men gewoonweg door het vloerrooster laten vallen, wat tot ergernis van velen op straat vaak genoeg gebeurt. Maar hier, waar er zo nadrukkelijk in voorzien is, leidt het gedrag waar men aan gewend is aanvankelijk tot ergernis bij de rokers omdat zijzelf in de asbak staan. Pas het gebruik van het paviljoen opent geheel en al de volledige ironische potentie ervan evenals een speelse omgang met de beperkingen en mogelijkheden.
Sinds het tijdperk van de Romantiek gelden ironie en spel als uitdrukkingsvormen van een wakkere, individuele geest die burger en kunst volwassen maken. Grubinger is schrander genoeg om dit esthetisch ideaal niet simpelweg in zinnebeelden om te zetten. Haar »Smoking Shelter« geeft aan de ene kant een ironische kijk op de overal bekende rokerscabines die niet-rokers tegen rokers moeten beschermen, aan de andere kant laat ze in dit verleidelijke landschap de vraag open wie tegen wie beschermd moet worden.
Edelstaal, staal, lak, 270 x 310 x 310 cm